Crisis zichtbaar in Sociale Index Rotterdam
Was in 2010 de daling vooral het gevolg van een meer negatieve subjectieve beleving van de Rotterdammers, inmiddels is ook in de registraties en objectieve gegevens de huidige economische crisis voor Rotterdammers een realiteit geworden. Kriens: “Het is hard te constateren dat de economische recessie, ondanks onze investeringen in het versterken van de sociale positie van de Rotterdammers in de afgelopen jaren, sterk voelbaar is onder Rotterdammers.” Daarnaast laat de Sociale Index op enkele – niet onbelangrijke –positief nieuws zien. Het opleidingsniveau stijgt nog steeds en de thema’s ‘ontbreken van discriminatie’, ‘weinig vervuiling en overlast’, ‘deelname aan sociale en culturele activiteiten’, ‘sociale contacten’ en ‘sociale inzet van Rotterdammers’ blijven op niveau.
Inkomen
Hoewel de daling in het inkomen niet groot is (-0,1) blijkt uit de index dat het aantal gezinshuishoudens dat het moet doen met 110% of minder van het wettelijk minimum inkomen gestegen is. Zo zeggen meer Rotterdammers dat zij met hun inkomen moeilijk kunnen rondkomen. Ook duiden de uitkomsten van de index dat jongeren ondanks het behalen van een diploma, moeilijk doorstromen naar een betaalde baan.
Veerkracht Rotterdammers
Met het oog op de toekomst is het signaal dat de positieve trend in het opleidingsniveau van de Rotterdammers zich nog steeds doorzet van groot belang. Het aantal jongeren met een startkwalificatie neemt toe. Wethouder Kriens: “Dat heeft op de lange termijn een positieve invloed op de werkgelegenheid, veiligheid, opvoeding en de volksgezondheid. Dat zegt iets over de veerkracht van Rotterdam en de Rotterdammers. Het is zaak die veerkracht vast te houden en te versterken om straks als de economie weer opleeft sterk te staan.”
Rotterdam revisited
De afgelopen collegeperiodes is met nadruk geïnvesteerd in de sociale sector. In 2002 bezocht een visitatiecommissie Rotterdam - bestaande uit vertegenwoordigers van het Rijk, de vier grote steden, de wetenschap en het bedrijfsleven - waaruit bleek dat Rotterdam vooral het staande beleid moest gaan uitvoeren. Alleen zo kon een impuls worden gegeven aan het oplossen van de sociale problemen in de stad. Kriens: ”Na tien jaar moet een nieuwe visitatiecommissie beoordelen in hoeverre de voornemens van toen zijn gerealiseerd en wat vervolgens nodig is om de politiek en de stad bij de les te houden. Want dat de economische recessie voelbaar is, weten we inmiddels. Maar hoe zorg je ervoor dat je zo sterk mogelijk uit de strijd komt?” Paul Schnabel, directeur Sociaal en Cultureel Planbureau en lid van de visitatiecommissie in 2002, heeft zich inmiddels bereid verklaard om hier een vervolg aan te geven.
Deelgemeente- en wijkniveau
De op hoofdlijnen dalende trend op stedelijk niveau is ook terug te zien in de deelgemeenten: geen enkele deelgemeente gaat erop vooruit; de grootste daling vindt plaats bij deelgemeente Hoogvliet (-0,5). De dalende trend op deelgemeentelijk niveau is al in 2009 ingezet. De uitkomsten op wijkniveau laten een gevarieerd beeld zien: één wijk (Beverwaard) gaat er licht op vooruit en zes wijken blijven stabiel (Heijplaat, het Lage Land, Molenlaankwartier, Rubroek, Schiebroek en Zevenkamp). De overige wijken dalen.
Werkwijze Sociale Index
De Sociale Index peilt sinds 2008 de sociale kwaliteit van Rotterdam en brengt de ontwikkelingen in jaren in beeld. De Sociale Index is een signaleringsinstrument en verschaft het gemeentebestuur (stad en deelgemeenten) gegevens om thematisch en gebiedsgericht prioriteiten te stellen en inzet te bepalen. Hiervoor zijn, naast de signalering die de index biedt, aanvullende gegevens nodig en vooral ook duiding van de uitkomsten met partners en bewoners van de stad.
De Sociale Index 2012 is de vierde meting en beschrijft de uitkomsten van de dataverzameling (enquêtes en registraties) die de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden. De enquête is uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 15.000 Rotterdammers van 15 jaar en ouder. De vorige meting was in 2010; vanaf dat jaar wordt de index – evenals de Veiligheidsindex - niet jaarlijks maar elke twee jaar uitgevoerd.